Op 13 december 2014 gaan de nieuwe regels inzake verplichte allergeneninformatie niet-voorverpakte levensmiddelen van kracht. In diverse media zijn horeca ondernemers, marktkooplui en hun belangenverenigingen al aan het woord geweest, niet altijd met een positief geluid. Waarom dat is?
In Nederland zijn er zo’n 475.000 kinderen en 418.000 volwassenen die vanwege hun voedselallergie bewust moeten kiezen wat ze eten en drinken. Tel daar de 160.000 mensen met coeliakie en de mensen die overgevoelig zijn voor lactose, histamine et cetera bij en je zit al snel aan 1 miljoen. De kans dat iemand in je directe omgeving (ernstig) ziek kan worden van bepaalde ingrediënten is dus niet gering. Daar gastvrij mee omgaan is niet alleen verplicht vanwege de nieuwe wet, maar ook een slimme zet!
Heel lastig is het allemaal niet, je moet als ondernemer aangeven of deze allergenen in je gerecht of product zitten: glutenbevattende granen (tarwe, rogge, gerst, haver, spelt, kamut), schaaldieren, eieren, vis, pinda, soja, melk (inclusief lactose), noten (amandelen, hazelnoten, walnoten, cashewnoten, pecannoten, paranoten, pistachenoten en macadamianoten), selderij, mosterd, sesamzaad, zwaveldioxide en sulfiet (bij concentraties van meer dan 10 mg SO2 per kilo of liter), lupine en weekdieren.
Op de plaats van verkoop wordt een duidelijk zichtbare vermelding aangebracht worden waarbij de gast wordt verzocht zich voor de allergeneninformatie te wenden tot het personeel. De allergenen informatie mag op de kaart gezet worden, in een aparte map geschreven worden of het personeel moet het kunnen vertellen als de gast erom vraagt.
De keukenbrigade of productontwikkelaar weet over het algemeen prima welke ingrediënten er in een gerecht of product zitten, dat uitschrijven en in een map bewaren kost misschien een uurtje of wat tijd, maar daar help je dus wel een grote doelgroep mee die er heel erg blij mee zijn!
